Als je net je kind verloren bent krijg je van mensen die het net horen zoveel goedbedoelde adviezen, dat je dit moet verwerken, dat het een plekje moet gaan krijgen of dat de tijd de wonden heelt. Misschien is dit in zekere zin waar, al voelt dat helemaal niet zo. Want het verlies van je kind krijgt geen plekje, maar wordt verweven in je leven. En op elk moment zit je overleden kind in je hart en hoofd. En ik geloof er heus wel in dat het ooit dragelijker wordt, maar daar zal een hele lange tijd overheen gaan. En bij elke confrontatie glij je weer een aantal treden van de ladder af.
Dat alle ongemakken en confrontaties hier niet aan bijdragen heb ik maar al te goed ondervonden. Ik weet nog goed dat ik twee dagen na de bevalling voor de vriezer stond met stuwing en lekkende borsten om de kompressen in mijn bh te vervangen. Ik stond te huilen van intens verdriet, maar ook van woede, ik had geen kind om voor te zorgen, maar wel al dezelfde ongemakken als iemand die wel net bevallen is van een levend kindje. Ik heb mijn lichaam vervloekt en de artsen trouwens ook, want waarom snapte mijn lichaam niet dat ’t geen melk hoefde te produceren, omdat er geen kindje was om te voeden én waarom hebben de artsen hier nog geen medicijn voor uitgevonden? Ik heb altijd al een haat-liefdesrelatie gehad met mijn lichaam, maar vanaf het moment dat we hoorden dat Chloë in mijn buik was overleden is het alleen nog maar haat. Puur omdat míjn lichaam ons kindje niet levend op de wereld heeft gekregen. En ergens weet ik ook, dat als we ooit een broertje of zusje voor ons allermooiste, liefste meisje willen dat ik mijn lichaam weer zal moeten omarmen, maar de liefde voor mijn lijf zal pas weer terugkeren als het ons wel en levend baby’tje in ons armen geeft.
Waar het voor buitenstaanders ál 3 maanden geleden is, denken zij dat het met de tijd beter gaat, maar zo werkt het niet bij het verliezen van je kind. In de eerste paar weken/maanden leef je in een soort roes en ik besef nu steeds meer dat ons mooie, lieve meisje nooit meer bij ons zal zijn. Dat ik haar nooit meer kan knuffelen en dat we met recht met lege handen staan.
Naast het immens grote verlies wat we met ons meedragen heb ik ook bepaalde angsten ontwikkelt. Angst voor de toekomst, angst voor opnieuw zwanger zijn. Maar ook angst voor alle daagse kleine dingen. Toen Chloë levenloos in mijn buik lag durfde ik niet te slapen, geen idee waarom, maar ik durfde het gewoon niet. Soms was ik zo moe, maar tegelijkertijd zo bang om te gaan slapen. De mensen om mij heen wezen mij er steeds op “ga nou even proberen te slapen, je moet je krachten sparen, want je moet straks ook nog bevallen”. Ik dacht alleen maar; ik wil de tijd met mijn meisje die ik nu nog heb met haar besteden en dan ga ik echt niet slapen. Oh en die bevalling, die doe ik wel even, want ik beval niet van een levende baby dus dan is het geen echte bevalling. Als ik dit zo opschrijf moet ik best wel een beetje lachen, want dit is echt hoe ik dacht, maar bevallen van een kindje dat niet meer leeft is natuurlijk wel gewoon net zoals een normale bevalling en nóg zwaarder. Een overleden kindje werkt natuurlijk niet meer mee en mentaal zit je er al zo doorheen dat op het moment dat de bevalling begint je bijna geen kracht meer hebt. Daarnaast durfde ik ook niet meer alleen naar het toilet. En aangezien ik nog wel gewoon zwanger was bracht ik ’s nachts best vaak een bezoekje aan het toilet, dan maakte ik Dennis weer wakker (als hij al sliep), want hij moest met me me. Dan zou je denken de badkamer zit drie deuren verder dan de slaapkamer, maar toch durfde ik niet alleen. Ode aan die man van mij én de knappe papa van Choë, zonder hem had ik het echt niet gered.
Het is inmiddels 3 maanden geleden. 3 maanden geleden dat we in deze nachtmerrie terechtkwamen en al 3 maanden met, zonder Chloë. Wat zou ik graag terug gaan in de tijd dat ze nog lekker trappelde in mijn buik. De afgelopen 3 maanden leef ik op de automatische piloot en komt er niks uit mijn handen. Dennis is inmiddels alweer even aan het werk en merk dat ik het steeds moeilijker begin te vinden om alleen thuis te zijn. Ik durf nog steeds niks alleen. Inmiddels wel alleen naar het toilet, maar hé, het gaat met kleine stapjes. Alleen de hond uitlaten is al een uitdaging op zich. Overal waar je loopt, weer die confrontatie van huilende kinderen, kinderwagens, autostoeltjes, zwangeren en geboorte aankondigen op het raam. 1 keer in die drie maanden ben ik een stuk alleen gaan wandelen met de hond, ’s avonds laat, zodat ik zeker wist dat ik geen kinderwagens of kleine kindjes tegen zou komen. Vervolgens had ik de rest van de avond weer nodig om bij te komen. Alleen naar de supermarkt is ook niet meer voor mij weggelegd, want zelfs met iemand erbij is het al hel tot de max. Al die indrukken, weer die kinderwagens, huilende baby’s, zwangeren, in ieder pad of kopstelling zie je wel babyartikelen en dan moet je al die mensen waarvan je denkt dat zij van je hoofd af kunnen lezen dat je je kind bent verloren ook nog eens onder ogen komen. Na een ritje supermarkt kan ik vervolgens dus weer een halve dag bijkomen. En dan die Kennissen die later uitgerekend waren dan ik én die wel een levend kindje hebben, mag ik heel even door de grond zakken alsjeblieft? Een avondje met een vriendin betekent dus dat ik de rest van de dag en als het tegenzit ook de dag erna aan het eind van m’n Latijn ben.
En wat dacht je van de groepsappen op Whatsapp en social media? Geen goede woordkeuze, maar je wordt ‘dood’ gegooid met gelukkige gezinnetjes die wél een levend baby’tje hebben. Gelukkig ben ik de baas over mijn eigen social media en daar hou ik me vaak heel afwezig, gewoon om de confrontatie niet aan te hoeven gaan. Maar ook in de groepsapp op Whatsapp wordt zo hier en daar een foto van een baby in gegooid. Ener zijds begrijpelijk want ze zijn trots op hun kind, ander zijds denkt ik echt denk een beetje na wij zijn ons kind verloren. Verplaats je heel even in ons, hoe confronterend dit voor ons is.
Het zijn niet alleen de zwangeren, kinderwagens en huilende baby’s die confronterend zijn. Maar ok de babyartikelen in de winkel, het woord ‘mama’ wat je ergens hoort, reclames of series op tv, kinderstoelen in de auto, bepaalde getallen die met de het aantal weken zwangerschap overeenkomen, geboorte/sterfdatum en uitgerekende datum. Én als ik een hele zware dag heb, dan is de kleur roze zelfs een grote confrontatie.
Rouw gaat zoveel verder, ’t tast je zelfvertrouwen aan , je verliest de kracht in jezelf, geen onbezorgd leven meer en als het even tegenzit ontwikkel je ook nog even verlatingsangst.
Je kunt nergens meer heen en niks meer zien zonder dat je geconfronteerd wordt met dit vreselijke gemis.
???????????
Wauw Jamie, ik had nooit verwacht zo veel herkenning te vinden. Ik voel zo met je mee! Je bent een kanjer ❤
Zoveel verlies trekt je helemaal stuk Jamie. Niet aan de buitenkant, dat verpakken we wel netjes maar verlies zorgt voor emotionele eenzaamheid. Die lost niemand op, die los je zelf niet op. Maar die eenzame pijn slijt, of je leert er mee leven dat hij altijd met je meeloopt, ik weet het ook niet. Helaas niet.